geschiedenis handboogschieten

Handboogschieten is al eeuwen oud.
In de middeleeuwen werden de bogen gebruikt om te jagen, en oorlog te voeren.
Maar met de uitvinding van het buskruit waren het de wapens die de plaats van de boog innamen.
Tot die tijd was het boogschieten geen sport maar een beroep, of een noodzaak om aan eten te komen.
Daarna is het handboogschieten uitgegroeid tot een olympische sport die wereldwijd wordt beoefend.
Handboogsport is een sport waar traditie hand in hand gaat met de zeer moderne materialen waarvan de hedendaagse bogen worden gemaakt.
De moderne bogen zijn niet meer gemaakt van hout zoals voorheen, maar vooral carbon, aluminium en glasfiber zijn veel gebruikte materialen.
hierdoor kan er nauwkeuriger en over een grotere afstand geschoten worden en dit met dezelfde bewegingen als voorheen.
Wedstrijden worden georganiseerd over afstanden variërend van 5 tot 90 meter, zowel op een doel als op 3D dieren.
Een sporter hoeft hiervoor niet sterk te zijn.
Coördinatie, concentratie en de juiste techniek zijn de belangrijkste elementen van de doelgericht schieten.
Deze drie elementen zorgen er dan ook voor dat steeds meer dames, kinderen en oudere het handboogschieten ontdekken.
De sport is een goede manier om romp, schouder en armspieren te trainen.
Bovendien een van de weinige sporten waar met een lichamelijke beperking op gelijkwaardige basis aan een competitie kan deelnemen.
Kortom een sport die door iedereen, jong en oud, man en vrouw, samen en naast elkaar beoefend kan worden.
Je kunt dus wel zeggen een echte familie sport.

Kortom,
handboogschieten is uitdagend,
geen ingewikkelde sport,
vaak worden wedstrijden buiten gehouden,
buiten de concentratie is het vooral een gezellige sport,
een sport die zowel individueel als in teamverband beoefend kan worden,
en zoals al eerder is aangehaald is het een olympische sport.